Lambert de oude

Start Bart Versteegh sr. Herbert Versteegh Willem Versteegh Herbert Lamberts Lambert Bastiaans Bastiaan Lamberts Lambert B de oude Bastiaan Corstenz Corsten Lamberts Lambert de jonge Lambert de oude

 

Lambert Versteegh 1465 - voor 1536.

Lambert Versteegh de oude. Deze Lambert is de oudste bekende voorvader van de Versteegh familie. Hij heette toen Lambert van der Steegh.

Naar schatting is Lambert rond 1465 geboren. In 1488 wordt Lambert genoemd in een akte van de abdij van Mariënwaard. Dan is hij oud genoeg om een stuk land te belenen in Rumpt. In 1492 werd deze belening vernieuwd. In 1527 kreeg hij een kleine twee hectare in leen van de Heer van Rumpt. In 1535 deed hij een betalingsbelofte aan de heer "Stees van Hemert". In 1536 ging de belening over naar zijn zoon Lambert. Waarschijnlijk was de oude Lambert toen overleden. Deze gegevens komen uit het oud archief van de abdij van Marënweerd, zoals dat toen nog heette. Ik gebruik het woord belening omdat dat een andere betekenis dan ons woord lenen. 

In  het "Gericht van de Bank van Deil" vond ik het volgende stuk waarin we Lambert tegenkomen als Schepen van Deil in 1502. 

De naam "van der  Steghe" vinden we in meer aktes. De eerste al in het jaar 1300.  Tussen 1300 en 1350 komen we verschillende personen met de naam "van der Steg(h)e"  tegen in de "Hoge banken" van de  "gerichten" van Tuil en Zaltbommel.  Of het ooit mogelijk zal zijn daarmee nadere verwantschapsrelaties te ontdekken weten we niet. Het maakt wel nieuwsgierig. De oversteek van de noordelijke  Waal-kant naar de zuidelijke Linge-kant is niet groot. Maar dat zegt nog lang niet alles. De naam "van der Stege" uit 1300 komt van : "een onderhandse akte waarbij Aleid van der Steghe van Peter Vonk een hofstad te Renkum koopt".  Zo lijkt het er op dat "van der Steghe" ( en allerlei varianten daarvan)  een vrij gangbare naam was in die tijd.  

Het leenstelsel.

Het lenen van land had in die tijd, de tijd van het leenstelsel, een andere betekenis dan nu. Het was niet te vergelijken met het pachten van land zoals we dat nu kennen. De belening betrof in de eerste plaats de belofte om je heer bij te staan als hij in conflict kwam met anderen. Je was als belener dus een soort soldaat. Kwam je die belofte tot bijstand van je heer niet na, dan was je je land kwijt. De betaling betrof de aanschaf van kledij, een soort uniform, en een wapen. In ruil voor je belofte mocht je een stuk land bebouwen. Je was dan een vazal van je leenheer. Je was eigenaar van je land zolang de heer je vertrouwde op je belofte tot militaire bijstand ingeval van nood. De belofte en het nakomen ervan was voor de heer belangrijker dan het land. Voor degene die het land kreeg zal het land, en de bestaansmogelijkheden die dat gaf,  belangrijker zijn geweest.