Bastiaan Corstenz

Start Bart Versteegh sr. Herbert Versteegh Willem Versteegh Herbert Lamberts Lambert Bastiaans Bastiaan Lamberts Lambert B de oude Bastiaan Corstenz Corsten Lamberts Lambert de jonge Lambert de oude

 

Sebastiaan Corstens Versteegh is geboren in 1565 in Rumpt en overleden vóór 13 mei 1630 in Rumpt.  Sebastiaan was Schout van Rumpt van 1623 tot zijn dood. Hij leefde nog in 1628 maar stierf voor 30 mei 1630. 

Hij trouwde  met Eelke Gerritsdr vóór 12 juli 1624. Zij was de dochter van Gerrit Berndts en Barbara Gerritsdr.  Eelke leeft nog in 1633 en is gestorven vóór 5 november 1639. Eelke wordt in 1633 genoemd als erfgenaam van haar moeder Barbara Gerrits en erft de belening van de "Frederiksakker" . Deze belening gaat in 1639 over naar haar zoon en erfgenaam. Dan wordt aangenomen dat zij voor die datum is overleden. In die tijd bestond nog het leenstelsel. (Zie voor een uitleg van het leenstelsel de pagina van  Lambert de oude. )

Een gebied kon bestuurd worden door de Schout en de Schepenen, een beetje te vergelijken met Burgemeester en wethouders. Dorpen maakten meestal deel uit van een Heerlijkheid; niet dat het er altijd zo heerlijk was, maar "Heer" verwijst naar de heer van het dorp of het gebied waarin een Heer de baas was, en dat heette dan de Heerlijkheid. De heer bemoeide zich vaak niet met de dagelijkse gang van zaken en dan benoemde hij een Schout om in zijn naam te handelen. De Schout had justitiële taken en bestuurlijke taken. Hij was ook hoofd van de schepenbank (de verzameling van schepenen, medebestuurders). De Schout was in dienst van een Heer. Hij behandelde allerlei zaken zoals het betalen van schulden en belastingen, eigendomsgeschillen maar ook ernstiger zaken als misdrijven met bijbehorende ondervragingen en arrestaties. De schepenen zien we vaak als getuigen en administrateurs bij het vastleggen van koopaktes en alles wat ermee te maken kan hebben. 

Het kerkincident van 1661

In 1661 was er een incident in de kerk van Rumpt waarbij vijf zonen van deze schout van Rumpt, Bastiaan Corstens Versteegh, betrokken waren. Bastiaan Corstens was toen al dood. De zonen waren Gerrit, Dirk, Lambert, Thomas en Jan. Ook de schout van Rumpt in die tijd, Paulus Jans, was erbij. Paulus  was getrouwd geweest met Maijke Bastiaans Versteegh, een dochter van Bastiaan Corstens Versteegh en was dus een zwager van de broers Versteegh.

Eerst iets over de historische achtergrond. 

Bij de vrede van Münster, in 1648, was er een eind gekomen aan de tachtigjarige oorlog (1568-1648) tussen de Republiek der Nederlanden en het katholieke Spanje. Een gevolg daarvan was dat het “Nederduits Gereformeerde” geloof de officiële staatskerk werd van de Republiek. Alle goederen van de Rooms-Katholieke kerk vervielen aan de staat: kerken, kloosters, kapellen, landerijen en andere bezittingen. Veel priesters werden gereformeerde dominees en er kwamen wetten waarbij het de katholieken werd verboden in het openbaar kerkdiensten te houden. Waar honderd jaar eerder de Calvinisten en andere hervormers hun geloof moesten uitdragen in de buitenlucht (de hagenpreken) en zwaar onderdrukt werden door de katholieke Spanjaarden en hun helpers, werden de rollen nu omgedraaid. Nu moesten de katholieken hun geloof min of meer ondergronds gaan belijden in zogenaamde schuilkerken. 

In Rumpt echter, maar ook in de omliggende dorpen Gellicum, Beesd, Rhenoy en Acquoy,  bleven veel mensen toch katholiek. De kerken en alle vroegere bezittingen waren weliswaar in handen van de gereformeerden, maar de katholieken beschouwden dit lange tijd als bezittingen van hun kerk. 

Op zondag 9 oktober 1661 verstoorden vijf gebroeders Versteegh met hun vrouwen, kinderen, de schout van Rumpt, Paulus Jans, en nog wat vrienden en bekenden,  een kerkdienst van de gereformeerden. Zij kwamen “een zus” begraven, waarschijnlijk een zuster in het geloof. De klok werd geluid en volgens de katholieke traditie van die tijd droegen zij eerst de kist drie keer rond de kerk. Bij het binnengaan van de kerk sloegen zij een kruis. Vervolgens voerden zij de verboden katholieke begrafenisrituelen uit. Later knielden en baden zij rond het graf. De dominee stelde zich terughoudend op en hield zich verder afzijdig bij deze gebeurtenissen omdat hij geen olie op het vuur wilde gooien. Hij verwachtte dat wanneer het klokgelui zou ophouden en ook de geluiden van het kerkhof zouden wegsterven, iedereen weer tot rust zou komen. 

Later echter besloot de dominee toch een klacht in te dienen, eerst bij de gerechtelijke autoriteiten van Zaltbommel en later bij die in Nijmegen. Rechter Hol van Zaltbommel was naar Rumpt gegaan om het incident te onderzoeken maar vond niemand thuis; iedereen die hij wilde spreken was er niet of was net naar de markt. Hij vroeg de dominee om de kerkenraad te vragen een getuigenverslag op te stellen. Claes Willemsen verklaarde echter, namens de kerkenraad, dat zij al een keer hadden getekend maar dat zij niet nog een keer zo gemakkelijk iets zouden ondertekenen. Omdat volgens de dominee niemand de waarheid wilde vertellen vroeg hij aan rechter Hol van Zaltbommel om de leden van de kerkenraad als getuige op te roepen voor het gerecht in Zaltbommel. Daar verklaarden zijn dat ze de waarheid niet kenden omdat ze niets gezien en gehoord hadden en er verder ook niets van begrepen. Waarschijnlijk had iedereen wel een familielid, een vriend of bekende die katholiek was. Het resultaat van de klacht van de dominee was dat begrafenissen op zondag werden verboden, evenals het knielen na het begraven van de doden. Ook mocht de kist voor de begrafenis niet meer drie keer rond de kerk worden gedragen. 

Ondanks alle wetten en regels van de gereformeerde bleven veel bewoners van Rumpt, Gellicum, Beesd en Rhenoy katholiek.  Waarschijnlijk ook omdat de heer van Rumpt, Van Scherpenzeel en later Heereman van Zuidwijck ook katholiek bleven en in navolging van hen ook de schout en de secretaris van het dorp, een en ander in strijd met de verordeningen. De situatie in Gellicum was wat anders; de heer van Gellicum was gereformeerd maar de katholieken daar konden voor hun godsdienstige rites terecht in Rhenoy. In Beesd en Rhenoy bleven heel lang twee jezuïeten actief die door de gereformeerden in Rumpt als een gevaar voor hun aanhang werden gezien.  Tot 1692 had Rumpt nog een katholieke schout. Daarna veranderde de situatie met de benoeming van Paulus van Doeland. Hij was weliswaar gereformeerd maar ook een nazaat van de familie Versteegh. Hij werd geacht de vrede tussen de gereformeerden en de katholieken te kunnen bewaren. De katholiek  Corsten Cornelisse Versteegh, een neef van de vijf broers was nog tot zijn dood in 1718 secretaris van Rumpt. Daarna was het afgelopen met het bekleden van publieke ambten door een katholiek. 

De meeste mensen van Rumpt en van de omliggende dorpen stonden vrij tolerant tegenover elkaars geloof. Hoewel dat vanuit de kerken sterk werd tegengewerkt werd er toch over en weer getrouwd, men werkte samen en leefde samen. De scherpslijperij kwam vooral van de dominees en de priesters. Voor de katholieken werd het een moeilijke tijd. De katholieken van Rumpt en Gellicum en omstreken konden voor zaken als doop, huwelijk en begraven terecht in Rhenoy en in Beesd waar twee jezuïeten actief bleven. De DTB boeken  (Dopen, Trouwen en Begraven) van Rhenoy zijn dan ook de belangrijkste bron voor het doen van genealogisch onderzoek naar de familie Versteegh.

De moeilijke tijd voor de katholieken duurde tot 1795 toen de Fransen met Napoleon een eind maakten aan de reformatorische alleenheerschappij. 

Van Sebastiaan en Eelke zijn negen kinderen bekend, een dochter en acht zonen. 

1- Cornelis Bastiaansz Versteegh is geboren rond  1590 en overleden vóór 1659. 

Cornelis stond in 1645 op de  lijst van weerbare vrijgezelle mannen in Rumpt. In 1652 wordt wordt hij genoemd in het testament van zijn broer Bernt. In 1659 wordt zijn "achtergebleven zoon Corsten Cornelisse" genoemd in het testament van zijn broer Jan. Dat duidt erop dat Cornelis dan is overleden. 

Cornelis trouwde met Eelke Willems Hackert.  Eelke stierf voor 9 okt. 1693, maar waarschijnlijk al in 1690. Nadat  Eelke weduwe werd, sloot zij op 1 januari 1664  een lening af van 200 Carolus guldens bij Cornelis Jans tegen een rente van 5 % per jaar, met al haar bezittingen als onderpand. Kennelijk heeft zij tot 1690 die rente betaalt. In 1693 worden haar erfgenamen aangemaand om de schuld plus de nog uitstaande rente vanaf 1 januari 1690 af te betalen. Misschien wisten  haar nabestaanden niet van het bestaan van deze schuld. 

Van Cornelis en Eelke zijn de volgende drie kinderen bekend:

Bastiaan Cornelisse Versteegh, overleden voor 9 juli 1720. 

Maijke Cornelisse Versteegh, overleden rond september 1714.  Op 30 juni 1714 maakte zij haar testament. Na haar overlijden werd dit op 15 sept. 1714 geopend.  Maijke was getrouwd met Heijmen Hendrikse on 25 juli 1691. Heijmen is begraven op 3 Jan 1734 in Rhenoy. In 1702  stond  Heijmen op een lijst van  leenmannen van het huis van Rumpt.

Corsten Cornelisse Versteegh is geboren voor 1659 en overleden na 1 febr. 1719.  Corsten krijgt in 1675 de belening van de Frederiksakker van zijn nicht Aeltien Cortsen Versteegh. 

2-Corsten Bastiaansz Versteegh is geb. ca. 1600 en overleed voor 4 nov. 1643.

 Corsten Bastiaans Versteegh erfde in 1639 van zijn moeder  Eelke Gerritsdr, de belening van de “Frederiksakker” (ongeveer  1 hectare groot). Op 4 nov. 1643 ging deze belening over op zijn zoon Lambert waaruit kan worden afgeleid dat Corsten toen was overleden. In 1652 wordt in het testament van Bernt, een broer van Corsten, de vrouw van de dan al overleden Corsten,  Neesken genoemd, terwijl zij bij hun huwelijk in 1620 Elisabeth heette. Corsten trouwde op 9 oktober 1620 in Culemborg met Elisabeth Cornelisse de Roij, dochter van Cornelis Cornelisse de Roij.  Elisabeth (Neesken) stierf dus na 1652. 

Van Corsten en Elisabeth zijn de volgende kinderen bekend:

Bastiaan Corstens Versteegh, gedoopt op 13 juni 1632 in Culemborg. Hij stierf voor 1643.

Lambert Corstens Versteegh. Hij stierf voor 25 jan. 1672. Als erfgenaam van zijn vader kreeg hij de belening van de Frederiksakker op 4 nov. 1643.  Hij was toen nog niet volwassen en daarom werd zijn oom Jan Bastiaans aangesteld als voogd. In 1652 krijgen Lambert en zijn zus Aeltien een gouden munt van hun oom Bernt en worden daarmee verder uitgesloten uit zijn testament ( Net zo als de kinderen van Maijken) 

Aeltien Corstens Versteegh is gedoopt op 26 feb 1638 in Culemborg. Zij trouwde met Teunis Janse op 21 febr. 1671 in Culemborg. Zij stierf na 25 juni 1675.  Op 25 en 29 jan 1672 vroeg zij als erfgenaam van haar broer Lambert, toestemming om de belening van de  Frederiksakker te mogen overdragen. Op 25 juni 1675 draagt zij die over aan haar neef Corsten Cornelisse Versteegh. 

Eltgen Corstens Versteegh is geb rond 1640 in Culemborg. Zij trouwde met Gijsbert Willemse Hackert op 8 Aug 1671 in Culemborg. Gijsbert was geboren in Acquoy.

3- Maijken Bastiaansdr Versteegh. Zij is geb. ca 1605 en overl. vóór 15 nov. 1652.  

Haar broer Bernt laat in een testament, gemaakt in 1652 , een rozenobel na, voor de kinderen van zijn overleden zuster, Maijke. Een rozenobel is een grote gouden munt. 

Maijken trouwde met Paulus Jans, schout van Rumpt. Hij was de zoon van Jan Florisz en Thonisken Pauwels.  Paulus stierf voor 1663 in Rumpt. Hij was lange tijd schout van Rumpt van 1641 tot 1661. Hij was de Roomse Schout die samen met de gebroeders Versteegh een dienst in de gereformeerde kerk verstoorde. Hij stierf voor mei 1663. Toen werd Jan Bastiaans Versteegh, in die tijd secretaris van Rumpt, bevoegd verklaard om op te treden als vertegenwoordiger van de kinderen Maijken en Paulus bij de afwikkeling van de erfenis. 

Van Paulus en Maijken kennen we de volgende kinderen: 

Bastiaantje Pauwels, . 

Huibert Pauwels,  overleed na 1663. 

Jan Pauwels, overleed na 1663.  

Thoniske PAUWELS overleed ook na 1663 

Een gemengd huwelijk.

Een achterkleindochter van Maijken Bastaansdr, Jenneken van Doeland,  en een achterkleinzoon van Cornelis Bastiaansz, Jacob Versteegh, wilden in 1736 met elkaar trouwen.  Maar dat gaf nogal wat problemen. Zij vroegen aan de dominee van Rumpt om hen te trouwen.  De vader van Jenneken, Paulus Wouters van Doeland was in die tijd schout van Rumpt en wethouder van Deil  en een trouw aanhanger van de gereformeerde kerk, hoewel zijn vrouw katholiek was. Jacob was katholiek. De dominee en vader Paulus werden voor een voldongen feit gesteld: Jenneken was zwanger  en zoals Jan beweerde had zij beloofd met hem te zullen trouwen. Er zat volgens de dominee en vader Paulus maar een ding op en dat zou zijn dat Jacob zich tot het gereformeerde geloof zou bekennen. En dat zag Jacob helemaal niet zitten. Hij weigerde pertinent. Voorgesteld werd dat Jacob dan katholiek kon blijven maar zou beloven dat hij Jenneken op geen enkele manier zou beletten het gereformeerde geloof te belijden en dat de kinderen gereformeerd zouden worden opgevoed. Ook dat weigerde Jacob zeer beslist. Zo kwamen ze er niet uit. De dominee sprak met de kerkenraad en die stelde een commissie in van drie mannen die Jacob moest overreden om toch gereformeerd te worden. Dat werd ook niets. De kerkenraad besprak de situatie. Ze konden dit niet over hun kant laten gaan, het zou de groei van de aanhang voor het gereformeerde geloof in Rumpt kunnen ondermijnen. Met name zag men gevaar vanuit Beesd en Rhenoy waar twee jezuïeten openlijk kerkdiensten hielden. De zaak werd op een hoger plan getild. De kerkrechter en de dominee van Zaltbommel werden ingeschakeld. Hoe dat precies is gegaan is niet duidelijk maar de gereformeerde gemeente en de kerkenraad werden op 13 febr. 1736 verrast met de aankondiging van een huwelijk waarbij Jenneken en Jacob gingen trouwen. Toen de ouderlingen om opheldering vroegen werd hen gezegd dat met Jacob was afgesproken dat de zonen uit dit huwelijk katholiek zouden worden opgevoed en de dochters gereformeerd. Daarvan werd met de nodige scepsis kennis genomen.  Toen op 10 mei 1736 de eerste dochter werd geboren werd Jacob door de kerkenraad gelast om zijn dochter in de gereformeerde kerk en in het gereformeerde geloof te laten dopen. Jacob weigerde dit en was dit ook niet van plan. De discussies hierover duurden voort waarbij ook  telkens de opvattingen en argumenten van de Jezuïeten een rol speelden. Jacob en Jenneken kregen dertien kinderen.

4-Gerrit Bastiaansz Versteegh is geboren ca. 1623 en overleden voor19 okt 1680

Gerrit stond ook op de lijst van weerbare jonge mannen van Rumpt in 1645. En ook Gerrit heeft met vrouw en kinderen meegedaan aan het verstoren van een gereformeerde dienst in 1661.  Op 19 oct 1680 worden zijn erfgenamen (zijn kinderen) gemaand een lening van Gerrit met rente terug te betalen. Gerrit had 50 gulden geleend van Cornelis Jansen Coyman. 

Gerrit married is voor 1661 getrouwd. Maar de naam van zijn vrouw is niet bekend, wel dat zij na 1702 is gestorven. In 1702 lag er een wettelijk embargo op het huis en de tuin van de weduwe van Gerrit.

Van Gerrit en zijn onbekende vrouw zijn de volgende kinderen bekend: 

Beertgen Gerrits Versteegh. Beertgen trouwde met Floris Willems van Gameren op 13 april 1656 in Rumpt. Hij stierf na 30 nov.1694. Floris Willems zat kennelijk goed bij kas want hij was een van de weinigen in Gellicum die in 1672 rijk genoeg was om een "lening" van 300 gulden te verstrekken voor de financiering van de oorlog van de republiek. In 1694 werd Floris gemaand een deel van een schuld te betalen aan de heer van Enspijk.

Bastiaan Gerrits Versteegh. Hij stierf voor 3 mei 1697.

Eelke Gerrits Versteegh trouwde met Gerrit Janse van Gameren op 2 nov 1670. Gerrit  stierf na 1702. Gerrit van Gameren staat in 1702 ook op een lijst van leenmannen van het huis van Rumpt.

Anneke Gerrits Versteegh. Anneke trouwde met Gerrit Hack.

5- Zie: Lambert Bastiaansz Versteegh  is geboren rond 1624 en overleden voor 18 nov 1679.  

Deze Lambert Bastiaans is een voorvader in directe lijn van de familie Versteegh in Gellicum. 

Van Lambert  Bastiaansz zijn twee kinderen bekend: 

Bastiaan Lamberts. Zie: Bastiaan Lamberts Versteegh. Overleden 1706/1709

Steventien Lamberts Versteegh. 

Steventien trouwde met Roelof Gerards Hackert op 3 febr 1669 in Rumpt.  Roelof was weduwnaar van Aenken Hessels. Zijn vader was Gerard Roelofs Hackert. Roelof overleed voor 1689. Roelof was wethouder in Deil van 1652 tot 1668. Hij was katholiek en katholieken mochten geen officiële functies bekleden sinds 1648, het eind van de tachtig jarige oorlog. Dat hij zijn wethouderschap zo lang kon behouden heeft er waarschijnlijk mee te maken dat hij daarbij werd gesteund door Jan van Scherpeneel, Heer van Rumpt, ook wethouder,ook katholiek en van adel. Na zijn wethouderschap was Roelof nog twee jaar Schout van Gellicum in 1669 en 1670.  In 1680 leeft Roelof nog.  Zijn vrouw Steventien machtigt hem dan om haar belangen te behartigen bij het afwikkelen van de erfenis van haar vader Lambert.  In 1689 erft haar broer Bastiaan een obligatie (schuldbrief) van Roelof. Toen de Republiek in 1672 in oorlog was en geld nodig had om het leger te betalen, werd alle rijke Nederlanders om een "lening " gevraagd van 300 gulden tegen en rente van 5%. Roelof werd ook  rijk genoeg geacht om zo"n lening te verstrekken.  

6- Bernt Bastiaansz Versteegh geb. ca 1625,  overl. 1661. 

In 1645 staat Bernt op de lijst van weerbare vrijgezelle  jonge mannen. In november 1652 is hij nog steeds vrijgezel en maakt een testament waarin hij zijn broers Gerard, Lambert, Dirck, Jan, Cornelis en Thomas noemt als zijn erfgenamen. Uit het verslag dat melding maakt van ongeregeldheden in de hervormde kerk in Rumpt in 1661 waarbij 5 van zijn broers betrokken zijn, wordt hij niet genoemd.  Men kan aannemen dat hij toen al was overleden. 

7-Dirck Bastiaansz Versteegh is geboren omstreeks 1627 en overleden voor 1666. Dirck trouwde voor 1654 met Lijntgen Gerards Hackert, dochter van Gerard Roelofs Hackert. Lijntgen overleed na 1680. 

Dirck Bastiaans staat in 1645 ook op de lijst van weerbare jonge mannen. En in 1661 is hij ook een van de vijf broers die een gereformeerde dienst verstoorden ten behoeve van een begrafenis volgens de katholieke riten. 

Als echtgenoot en vertegenwoordiger van zijn vrouw verkocht hij in 1654 een stuk land. In 1667 verkocht hij land voor zijn zwager Roelof Gerrits Hackert. In 1680 komt zijn weduwe en erfgename voor in het testament van haar zwager Jan Bastiaans Versteegh. 

Van Lijntgen en Dirck zijn de volgende kinderen bekend. 

Maria Dirks Versteegh trouwde  met Cornelis Manningh voor 26 febr 1681.

Judith Dirks Versteegh trouwde met Gerrit Petersen van Rijswijk voor 26 febr1681. 

Maijken Dirks Versteegh overleed na 1681. 

Anneke Dirks Versteegh overleed ook na 1681.

Maijken en Anneke deden in 1681 afstand van hun erfdeel van hun oom Jan Bastiaans Versteegh ten gunste van Bastiaan Lamberts, Bastiaan Cornelisse, Corsten Cornelisse en Maijke Cornelisse. 

8 Jan Bastiaansz Versteegh is geb. ca. 1628 en overl. voor 3 maart 1680

Jan stond in 1645 ook op de lijst van jongemannen die een wapen konden dragen. Kennelijk was er behoefte aan een inventarisatie van de beschikbare strijdkrachten voor de Heer van Rumpt. 

In 1659 was hij secretaris van Rumpt en dat was hij in 1678 nog steeds. In 1659 maakte hij een testament waarin zijn vrouw, Heijltje van Oort, wordt genoemd. Hij trouwde met haar voor 15 oktober 1659. Heiltje overleed na 1688. In 1661 is ook Jan  een van de vijf broers die een dienst verstoorde in de Nederlands Hervomde Kerk van Rumpt. In 1665 was hij de belener van het Huis te Rumpt. Hij beleende dat als secretaris van zijn leenheer. Die leenheer was in die tijd een lid van de familie Scherpenzeel.  Op 3 maart 1680 krijgt de weduwe van zijn broer Dirck een deel van de erfenis van Jan. Dus Jan is dan dood en Dirck ook. Jan verzegelde zijn brieven en zijn post met een wapenzegel met 6 gouden lelies in een 3-2-1 patroon op blauw veld. Dat is nu nog het wapen van Rumpt. Alleen de kleur van de lelies verschilt wat. 

9-Thomas Bastiaansz Versteegh is omstreeks 1630 geboren en overleden voor september 1680 in Rumpt. Ook Thomas staat op de lijst van weerbare jonge mannen van 1645 en ook Thomas was erbij toen ze op een zondag in 1661 tijdens een gereformeerde dienst een katholieke dame gingen begraven. In 1652 wordt hij als erfgenaam genoemd in het testament van zijn broer Bernt. Thomas was een van de weinige die in staat was tot het verstrekken van een lening van 300 gulden aan de republiek voor de financiering van de oorlog in 1672. (Evenals zijn broer Jan en zijn aangetrouwde neven Floris Willem van Gameren en Roelof Gerards Hackert in Gellicum.)  In september 1680 wordt er door ene Dirck Schoock een claim gelegd op de goederen van de erfgenamen van Thomas. Dat impliceert dat Thomas voor die tijd was gestorven. 

Van Thomas zijn de volgende twee kinderen bekend:

Willem Thomasse Versteegh. Geb. rond 1667 en gestorven op 26 dec 1732. 

Maria Thomasse Versteegh. Zij is na 29 oct. 1719 gestorven.  Op 29 oct.1719 is Maria meter bij de doop van Eelke de Jongh, dochter van haar nicht Eelke Bastiaans Versteegh.

________________________________________________-

Wat wel zeer opvalt in de lijst van 9  kinderen van Sebastiaan en Eelke, is dat er tussen 1590 en 1605, in een periode van 15 jaar drie kinderen worden geboren, elk om de vijf jaar zo ongeveer, en dat er 18 jaar later in de periode 1623-1630 bijna elk jaar een kind wordt geboren en wel 5 achter elkaar. Die vijf kinderen worden grotendeels geboren in de periode dat Sebastiaan Schout van Rumpt was. Er zit 40 jaar tussen het jongste en het oudste kind. Ik vermoed dat ik hier nog eens goed naar moet kijken omdat dit wel een erg onwaarschijnlijk patroon is. Mijn vermoeden is dat Bastiaan twee keer getrouwd is geweest, de tweede keer met Eelke Gerritsdr en de eerste keer met iemand anders.

De kinderen van Sebastiaan en Eelke waren in 1680 allen overleden.  Naar boven

Eelke Gerritsdr